De Schiedamse Werven ‘De Hoop’


Er zijn in Schiedam en Kethel aan de “binnenwateren” enkele kleine werven geweest. Allemaal zijn ze verdwenen: de laatste die werd gesloten was “De Hoop” op de uiterste grens van Schiedam en vroeger Kethel, tegenover Overschie. Er was ook nog een “De Hoop”: aan de Lange Nieuwstraat / Nieuwe Haven, maar dit was een ander bedrijf.

Rond 1780 koopt Cornelis Frater, telg uit een geslacht van vooraanstaande scheepsbouwers, scheepswerf “De Hoop” aan de Zalmhaven te Rotterdam. Hij bouwt in 1825 de eerste reddingsboot voor de Zuid-Hollandsche maatschappij. A. van Hoboken, de grootste Rotterdamse reder, bestelt bij hem. In 1826 lopen kort na elkaar twee schepen van de helling. Het brikschip “Rottestroom” (370 ton) op 29 november en het fregat “Stad Rotterdam” (650 ton) op 13 december. Dus vermoedelijk was de Frater-werf groot. Of had hij twee werven? Een niet zo gekke gedachte. Want in de familie Frater Smid (waarover later) is nog altijd een wandbord met een afbeelding met het karakteristieke kerkje van Overschie, rechts en een scheefgetrokken zeilschip, waarvan de bodem wordt schoongemaakt.
De oprichter Cornelis Frater wordt opgevolgd door zijn zoon Hendrik, die in 1819, hij is dan 55 jaar, met een 35 jaar jongere vrouw trouwt. Er komen veel kinderen, maar in 1893 is er nog maar één in leven, Antonia Christiana, die alle familiebezittingen erft.In Groningen werd op 1 mei 1863 ene Everhardus geboren.

Als de moeder van het kind drie maanden later met de bakkersknecht Jacob Smid trouwt, krijgt Everhardus de achternaam Smid. Everhardus Smid, die op latere leeftijd stoker was, trouwde en kreeg twee kinderen. Everhardus komt in contact (voorgeschiedenis onbekend) met de zeer vermogende Antonia Frater, die dan ongeveer 74 jaar is. Samen kopen zij de kapitale villa “Buitenlust” in Hillegersberg. Het hele gezin Smid trekt daar in. Om de naam Frater te laten voortleven wordt de naam van het gezin Smid veranderd in Frater Smid.In 1899 overlijdt Antonia Frater en de voormalige eenvoudige stoker Smid erft als Frater Smid de zeer aanzienlijke roerende en onroerende goederen.

De familie Frater Smid verlaat na korte tijd villa Buitenlust en keert terug naar het noorden. Daar wordt in Delfzijl een groot bedrijf opgezet in exploitatie van en handel in sleepboten en andere schepen. Later werd meer in vissersschepen gedaan vanuit IJmuiden. Tot 1951 heeft de rederij bestaan.Het begin van de werf in Schiedam blijft duister.

Het is de vraag of er continu bedrijvigheid op de locatie is geweest. (zie de bouwlijst, die begint bij 1954). In 1923 neemt de heer Klein Hesseling het bedrijf van zijn schoonvader, P van Kampen, over. Wanneer Van Kampen in het bezit is gekomen van de scheepswerf ‘De Hoop’ is tot nu toe onbekend. Om de mogelijkheden te vergroten beschikte het bedrijf sinds juni 1959 over een dwarshelling, waar schepen tot 65 meter konden worden drooggezet. Verder was er een hellingloods en een overdekte (reparatie-) langshelling. In augustus 1978 kwam er een 140 tons pneumatisch dok.

Eind 1979 werd scheepswerf “De Hoop” te Hardinxveld-Giessendam overgenomen. Deze laatste werf is al actief in 1924 met de bouw van de sleepvrachtschip ‘Louisa’ zoals we kunnen lezen in de gepubliceerde bouwlijst van deze werf.  Er zijn in Nederland veel werven met de naam “De Hoop”! Het bedrijf in Schiedam, dat veel kleine tankers en bunkerboten bouwde, behoorde de laatste jaren van haar bestaan toe aan Damen, het bedrijf dat binnen en buiten Nederland veel werven bezit.

In 2000 word de werf door Damen afgestoten door gebrek aan werk. De 28 werknemers werden ergens anders geplaatst binnen de Damen-organisatie.

Originele tekst: Wim Snikkers
Aanvullingen-Wijzigingen: Scheepsbouwmuseum.nl


Scheepsbouwmuseum.nl 2021

Laatst bijgewerkt op: 18 januari 2022