Het is te begrijpen dat de berichten over de gouden winsten van de scheepvaart ook in Schiedam al gauw het middelpunt van gesprek vormden tussen de kooplieden, cargadoors en andere zakenlieden. De vooraanstaande Schiedammers spraken elkaar geregeld op de beurs en het is te begrijpen dat in die gesprekken vaak jaloezie klonk over de welvaart ergens anders, want in Schiedam ging het niet zo best. Schiedam was toen nog “de zwarte stad”, die tot de komst van de Fransen rijk was geworden met het brandewijn stoken. Twee derde van de stookketels, welke in ons land toen werden aangetroffen, stond in Schiedam. Een groot deel van het Schiedamse product ging naar het buitenland en de stad kreeg door het wegvallen van deze export tijdens de Franse overheersing een geduchte klap. Bovendien stegen de graanprijzen tot zo’n fantastische hoogte dat het brandewijnstoken daardoor alleen al tot de onmogelijkheden kwam te behoren.
Amerika, een belangrijke afneemster van de brandewijn, begon in die tijd zelf te stoken, na 1813 wilde de handel op Engeland ook niet herleven en zo leed deze Schiedamse industrie een noodlijdend bestaan. De invloed van de N.H.M. op de ontwikkeling van Schiedam als industrie- en handelsplaats bleef uitermate gering, zodat de werkloosheid en de armoede groot waren. De scheepvaart, die geheel was ingesteld op de exporthandel van brandewijn en de aanvoer van granen uit de Oostzee, lag ook bijna stil, de scheepsbouw had haast geen betekenis, er was slechts één kleine werf van Andries Zondag, vermoedelijk omstreeks 1820 opgericht, die echter uitsluitend kleine binnenvaarders en scheepjes voor de riviervangst bouwde. Zondag werkte slechts met één of twee knechts, eerst na 1850 kwam zijn werf “De Lelie”, dan al lang onder andere leiding, tot grotere bloei en ging ze ook grotere zeeschepen bouwen.
De moeilijkheden, waarmee de Schiedamse kooplieden hadden te worstelen, schenen een zware druk te leggen op hun energie en durf. Want het duurde tot 1835, dus elf jaar na de oprichting van de N.H.M., voor ze eindelijk probeerden ook iets van de nieuwe welvaart naar hun stad te trekken. Hoe lang men binnenskamers over de mogelijkheden, die de scheepvaart en de scheepsbouw boden, heeft overlegd, is niet bekend, maar eindelijk kwam een kleine groep van vooraanstaande burgers tot overeenstemming en richtte een combinatie op van scheepswerf en scheepsrederij.
Laatst bijgewerkt op: 7 februari 2022